Gewoon toeval
Hij wachtte op het bushalte, de bus is laat en hij wacht er zonder geduld, hij kijkt op zijn horloge alsof hij de tijd wil stilzitten, om niet te laat te komen voor zijn afspraak. De bus komt eraan. Hij kwam dichterbij om snel naar boven te gaan.
Hij zette zijn mondmask op, ga naar de achterdeur, wacht tot enkele passagiers uitstappen, en de laatste die eruit kwam, was die vrouw.
Toen hij haar zag, voelde hij dat zijn voeten vastgebonden waren, waarom kon hij niet bewegen? Mensen staan achter hem in de rij, en hij staat als een rots.
– Excuseer meneer! Will je in de bus stappen?
Vroeg iemand die achter hem stond.
Hij antwoordde niet, maar deed een stap achteruit bij de deur. Hij wierp zijn ogenpijlen naar het ligaam van de vrouw die als een mooie gazelle loopt.
Nee, zij loopt niet, zij vliegt, de eerste keer dat hij een gazelle ziet vliegen.
De bus sloot zijn deur en weg, de man haalde vrouw in, zei:
– Mevrouw!
Ze keek wie er achter haar roept, en stopte toen.
De mask bedekte haar gezicht, aleen haar ogen waren zichtbaar. Dacht hij toen haar ogen zag:
Het zijn de zelfde ogen, een eindeloze brede diepzee, en hij weet niet zwemmen in de zee van de ogen, omdat elk oog zijn eigen wet heeft.
Hij zag:
– Ben je dat?
Ze zei:
– Ja, dat ben ik.
Hij zei:
-Waar ben je de vorige keer verdwenen?
– Ik zag je bezig met andere dingen, en ik hou van man die me al zijn aandacht geeft.
Hij zei:
– Ik was een lafaard, ik was bang om te verdrinken in de zee van je ogen, ik had zoveel spijt dat ik niet deed. Ik heb veel naar je gezocht, maar heb ik je niet gevonden. Ik heb naar je gezocht tot aan de grenzen van wanhoop.
Ze zei:
– Als je me zocht tot aan de grenzen van de hoop, zou je me vinden. Waarom heb je me tegengehouden?
Hij zei:
– In het verlend ben ik ooit een vliegende gazelle verloren, en ik will nu geen engel, wandelend onder de mensen op aarde verliezen.
Houd haar handpalm vast en kus haar hand, hij zei:
Zou je me willen helpen om in de zee van je ogen te springen?
Ze zette het mask van haar gezicht en vroeg:
– Ken je de kunst van het zweven?
– Nee, maar ik zal springen.
– Het is een groot avontuur.
– Ik weet, leven zonder avonturen is geen leven, soms is avontuur geweldig, en soms komt het leven voort uit de dood, kun je me helpen?
Hij wachtte niet tot ze antwoordde, omhelsde haar hand en liepen, vergat zijn afspraak of vond het onbelangrijk, en savonds voelde ze zijn gevoelens door een warme kus op de deur van haar huis, voordat ze in haar huis bennen glimlachend.